Op zeilkamp – die boot wil je niet missen!
10 januari 2020– Willem Biesheuvel
“Nee, ik wil niet!” is regelmatig de eerste reactie die je als ouder hoort op een idee of activiteit die jou wèl leuk lijkt voor je kind of kinderen. Vaak hebben ze zelf toch andere ideeën. En als je ze vraagt waarom ze niet willen, krijg je de bekende en kinderlijk voorspelbare reacties: “het is saai!”, “ik heb geen zin!”, “ik wil niiiiiiiet…!” Het verhaal van Willem over hoe deze tegenzin omslaat in een prachtige ervaring op een mooi weekend zeilen – tot aan de legendarische woorden ‘wanneer gaan we weer?’.
Natuurlijk zet je ongestoord door en leg je beter uit wat het idee of de activiteit inhoudt. ‘Er is binnenkort namelijk een zeilkamp waar heel veel vriendjes en vriendinnetjes ook naar toe gaan. Het is een zeilweekend! Je blijft er ook één nachtje slapen met z’n allen. Je leert er zeilen, er worden allemaal leuke activiteiten georganiseerd en er zijn hele aardige instructeurs die je helpen om (beter) te leren zeilen. En je kunt er zelfs een zeildiploma halen!’
De zin of het optimisme is er nog niet. Er wordt wat gemompeld en er wordt gevraagd wie er dan ook naar toe gaan. “Oh die? Nee, dan wil ik niet!” <> “Ja, maar die komt ook!” <> “Oh, maar dan wil ik bij hem op de kamer!” Ze gaan er langzaam zelf wat meer over nadenken en het zaadje is geplant. Je laat nog even weten dat ze echt veel leuke dingen gaan doen en daar laat je het bij. Einde conversatie, je laat het rusten en alleen als er nog vragen zijn ga je daar op in. Het duurt toch nog een paar weken voor het echt zover is. Over tot de orde van de dag….
Voorpret
Dan is het ineens nog enkele dagen voordat het zeilweekend begint. Je probeert het kleine vuurtje op te stoken. Ze weer enthousiast te maken. Toch nog steeds een matige reactie, terughoudend. Ok, hou er maar weer over op. Terug naar de waan van de dag.
Maar dan. Dan is het vrijdag, de dag voor het zeilweekend. Aan de ontbijttafel worden er een paar klakkeloze opmerkingen gemaakt. Je voelt dat er toch langzaam een beetje spanning is. Het belangrijkste deel, de voorbereiding, begint immers vanavond. Na school eerst nog even lekker tijd om te relaxen of met een vriendje of vriendinnetje te spelen.
Bij het avondeten begint de voorpret zich écht te manifesteren. Wie komen er nu ook alweer op zeilkamp? Hoe laat moeten we morgenochtend weg? Wat voor weer wordt het? Met slechts nog gespeelde tegenzin worden alle spullen bij elkaar gepakt. Schone kleren, de lievelingstrui, laarzen, tandenborstel, slaapzak, misschien een knuffel, een paar spelletjes, een boek en natuurlijk de fijnste pyjama. OK, bijna alles staat klaar. Klaar voor het zeilweekend. Klaar voor een nachtje zonder ouders!
Op pad
Al vroeg horen we gestommel. Het is zaterdagochtend. Op tijd uit bed om helemaal klaar te zijn voor het zeilweekend. Alle spullen staan klaar en kunnen naar de auto gebracht worden. De positieve tegenzin steekt nog even de kop op. Hoe zal het zijn? Wie zullen er allemaal zijn? Wat gaan we doen? Gelukkig is het niet zo ver rijden naar de zeilschool. Een mooi kronkelend weggetje tussen de Friese weilanden met hier en daar uitzicht over het water leidt ons naar de bestemming.
Op een afstand zie je de bedrijvigheid al. De instructeurs staan klaar om iedereen te verwelkomen en we zien wie er al zijn. Zijn er ook bekenden? ‘Oh leuk, die-en-die is er ook!’ Maar toch ook nog wel veel mensen die ik nog niet ken, wordt duidelijk door de gezichtsuitdrukkingen. Met een tas vol positieve tegenzin door naar de centrale verzamelplek. Oh, ze vertellen welke kamer iedereen slaapt en belangrijker met wie. ‘Yesss, ik slaap op de kamer met Mieke!’ De positieve tegenzin krijgt tegengas van het optimisme!
Zeilen!
Eindelijk! Het is tijd om je klaar te maken om te gaan zeilen. Daar ben je hier tenslotte voor. Zeilpak, goede schoenen en een petje tegen de zon. Iedereen is klaar om het water op te gaan, terwijl de ouders om het punt staan om de zeilschool voor de komende 36 uur achter te laten. Spannend, en toch wel een gek idee. Voor iedereen. Een afscheid, en ieder gaat z’n eigen weg. Onwennig voor beide. De lichte tegenzin is nu aan de ouders. ‘Ach, ze zal het vast leuk vinden. Toch?’
36 uur later. De bedrijvigheid en door elkaar rennende kinderen zie je al op een afstandje. Waar is de onze? Ah, daar ze zit met Mieke en vier andere kinderen op de trampoline.
We parkeren de auto en zien heel veel vermoeide maar blije en voldane gezichten. Dat ziet eruit alsof het toch wel héél leuk is geweest. Ouders praten met elkaar en instructeurs lopen rond om de laatste opruimwerkzaamheden te organiseren, terwijl de kinderen nog steeds door elkaar heen rennen en vliegen. Tijd om naar huis te gaan? “Néééé, ik wil niet..!”
Wanneer gaan we weer!?
En zo eindigt een superweekendje op zeilkamp precies andersom van wat we in de voorbije weken zagen. De tegenzin, het onzekere en de angst van een nachtje weg zijn omgeslagen in optimisme, zelfvertrouwen en hechtere vriendschappen. Nieuwe ervaringen die je kind meer vertrouwen en zelfstandigheid hebben gegeven, oftewel: meer wind in de zeilen!